Deel 10

Totale overgave

 Angst, incidentele beloningen, isolement en gedwongen afhankelijkheid kunnen van iemand een onderdanige en meegaande gevangene maken, maar psychische controle is pas compleet als het slachtoffer zondigt tegen over haar eigen morele principes. (en bijvoorbeeld verraad pleegt tegenover haar primaire relaties.) In een instelling, of op school betekent dat het klikken om jezelf te redden. Ook in het maatschappelijke leven wordt je wel eens uitgedaagd om dat te doen. Criminelen die informant worden.

 Een meer extreme vorm heb ik meegemaakt toen ik getuige was van een groepsverkrachting, waarin twee groepsleiders een jongen verkrachten in het bijzijn van alle groepsgenoten. Daar was een beloning voor diegene die dit misbruik toejuichten. Ik voelde hoe ik mijzelf als vreselijk laf beschouwde omdat ik niet ingreep en als verlamd alleen toekeek, uit angst dat het geweld zich tegen mij zou keren.


Geestelijk geweld reikt veel verder dan alleen het moment zelf


 In psychisch opzicht is dit van alle dwangtechnieken de meest destructieve, want het slachtoffer dat bezwijkt walgt van zichzelf. In dit stadium, wanneer het slachtoffer onder dwang meewerkt aan het opofferen van anderen, is zij/hij pas echt gebroken. Mishandelde vrouwen beschrijven dat ze gedwongen werden tot immorele en/of onsmakelijke seksuele handelingen, geheimhouding van fout gedrag van de dader en soms zelfs deel moesten nemen aan onwettige activiteiten. Het schenden van relaties houdt dikwijls in dat de kinderen worden geofferd. (mannen die hun vrouw mishandelen, doen dat meestal ook met hun kinderen).

Soms onderdrukken vrouwen niet alleen hun eigen twijfels en bezwaren, 
maar halen ook hun kinderen over tot meegaand gedrag of straffen als kinderen protesteren. 

Ook deze vorm van verraad begint met ogenschijnlijk kleine concessies, 
maar bereikt uiteindelijk een punt waarop het meest verregaande fysieke en/of seksuele misbruik van de kinderen zwijgend wordt ondergaan. 



Dan is de demoralisatie van de mishandelde vrouw compleet. Zelfs in het strafrecht zie je een tendens dat de vrouw als medeplichtig of mededader wordt aangeklaagd, omdat van haar verwacht wordt dat zij hun kinderen beschermd.

 De vrouw zelf, zal zich echter het hardst veroordelen, omdat zij niet in staat was wat men van iedere moeder verwacht. Daarmee maakt zij zichzelf nog kwetsbaarder en heeft de dader nog meer grip op haar. Ook de kinderen reageren vaak meer veroordelend naar de mensen waar ze van dachten erdoor beschermd te worden. Het verraad van de moeder (die de kinderen niet altijd als slachtoffer zien) is van ernstiger aard, dan het misbruik en de mishandeling van de vader (die zij niet altijd als dader zien).


Eén van de vele verhalen van slachtoffers


Elie Wiesel (overlevende van vernietigingskamp Auschwitz-Birkenau) beschrijft het als volgt;
Toewijding en loyaliteit hadden hem en zijn vader door onuitsprekelijke beproevingen heen geholpen. Talloze keren hadden ze beiden gevaar getrotseerd om bij elkaar te kunnen blijven en vele momenten van saamhorigheid en tederheid gekend. Desondanks wordt hij achtervolgt door beelden van de enkele momenten waarop hij zijn vader ontrouw was; de bewaker begon hem met een ijzeren staaf af te ranselen. 

Mijn vader kromde zich onder de slagen, toen viel hij, geveld als een vermolmde boom die door de bliksem wordt getroffen en bleef liggen. Ik was bij dat voorval aanwezig zonder een vin te verroeren. Ik zweeg. Overwoog zelfs om een eindje opzij te gaan om niet ook geslagen te worden. Ja, ik was zelfs kwaad, niet op de bewaker (de dader), maar op mijn vader. Ik verweet hem dat hij die uitbarsting van de bewaker niet had weten te vermijden. Dat had het kampleven van mij gemaakt.

 Natuurlijk zou inmenging het gevaar alleen maar groter hebben gemaakt. Dat is echter een schrale troost voor de zoon, die zich volstrekt vernederd voelt door zijn machteloosheid. Ook zijn woede helpt hem niet om zijn waardigheid te behouden, want het is door zijn vijanden geperverteerd en heeft zich tegen de persoon van wie hij houdt gekeerd. De schaamte en verslagenheid worden niet alleen veroorzaakt door dat hij niet tussenbeide is gekomen, maar ook door het besef dat zijn beulen zich zijn innerlijke leven hebben toegeëigend.


Hoe werken deze methoden van overheersing


 Er zijn twee stadia in dat proces. De eerste fase is het prijsgeven van hun innerlijke autonomie, wereldbeeld, morele principes of verbondenheid met anderen. Psychiater Henry Krystal duidt deze toestand aan met de term robotisering.

Gevangenen zelf spreken vaak van gereduceerd tot niet-menselijke levensvorm. 
Voorbeelden; Ik werd steeds angstiger, was overal bang voor, mijn geloof kreeg op den duur een flinke knauw. 
Ik was op elke mogelijke manier vernederd, beroofd van alle waardigheid, gereduceerd tot een dier en daarna tot een plant.(prostitué)

Gedurende het anderhalf jaar dat ik huisarrest had, heb ik veel nagedacht over mijn houding tijdens de martelsessies en mijn eenzame opsluiting. ik besefte dat ik instinctief een houding van totale passiviteit had ontwikkeld. 
Ik voelde dat ik bezig was een plant te worden, dat ik mij onttrok aan alle voor de hand liggende emoties en gewaarwordingen - angst, haat, wraakzucht - omdat elke emotie een nutteloze verspilling van energie was.
(uitgever, auteur als politiek dissident gevangen genomen)                                    

 Ieder slachtoffer geeft er zijn/haar eigen woorden aan, maar ze komen allemaal op hetzelfde neer. Of het nou om gedwongen prostitutie, politieke dissidenten of mishandelde/misbruikte mensen gaat.

 De tweede, onomkeerbare fase is bedoeld om iemand te breken. Dit wordt bereikt als het slachtoffer de wil tot leven verliest. Niet te verwarren met suïcidaal worden. Mensen in gevangenschap leven constant met de gedachte aan zelfmoord en zelfmoordpogingen kunnen samengaan met een algemene drang tot overleven. In deze extreme situatie is verlangen naar zelfmoord zelfs een teken van verzet en zelfrespect. 

 Zelfmoord zou een actieve daad zijn waardoor het slachtoffer zijn innerlijk gevoel van controle behoudt. Net als in hongerstaking gaan. De wil tot leven verliezen betekent totale passiviteit. Gevangenen die dit stadium van degradatie hebben bereikt proberen niet langer aan voedsel te komen of zich te warmen en deden geen pogingen om te verhinderen dat zij geslagen werden. In kampen werden zij betiteld als ‘levende doden’.


Syndroom van een chronisch trauma

 Bij mensen die langdurig en herhaaldelijk aan trauma’s hebben blootgestaan, ontwikkelt zich een sluipende, voortschrijdende vorm van posttraumatische stress stoornis die de persoonlijkheid binnendringt en deze uitholt. De grootste angst van elke getraumatiseerde persoon is dat het gruwelijke moment zal terugkeren en deze angst wordt werkelijkheid voor slachtoffers van chronische mishandeling. Het is dus niet vreemd dat herhaling van traumatische gebeurtenissen alle hyper- activeringsverschijnselen van een posttraumatische stress stoornis (PTSS) verergert. Zij zijn voortdurend hyper-alert, gespannen en gejaagd, een permanente angsttoestand.

 Psychiater Elaine Hilberman beschrijft het zo: Gebeurtenissen die maar enigszins verband hielden met geweld – loeiende sirenes, onweer, het dichtslaan van deuren wekten hevige angst op. Er was sprake van een constante vrees voor naderend onheil.


Elk symbolisch of feitelijk teken van potentieel gevaar resulteerde in verhoogde activiteit, geagiteerdheid, ronddrentelen, 
gillen en huilen. 
(note van de schrijfster van dit artikel; 
in de oude psychiatrie benoemt als hysterie). 

De vrouwen bleven waakzaam, waren niet in staat zich te ontspannen of te slapen. 


 Nachtmerries kwamen universeel voor, met onverhulde thema’s van geweld en gevaar. Deze slachtoffers kennen geen basistoestand van fysieke rust of welbehagen meer. Op den duur gaan ze hun lichaam beschouwen als hun tegenstander. Behalve slapeloosheid en gejaagdheid zijn er klachten over allerlei lichamelijke symptomen. Spanningshoofdpijn (migraine), maag-darm stoornissen en buik-. rug- of bekkenpijn komen zeer veel voor. Soortgelijke waarnemingen zijn gedaan bij vluchtelingen uit de concentratiekampen. (waarschijnlijk bij alle slachtoffers van extreem langdurige martelingen, alleen is daar niet altijd onderzoek naar gedaan, het komt ook voor bij soldaten en kinderen van structureel seksueel misbruik.)


Er komt vaak geen einde aan


 Krijgsgevangenen hebben vijfendertig tot veertig jaar na hun vrijlating nog steeds last van nachtmerries en aanhoudende flash-backs en reageren heftig op alles was herinnerde aan hun krijgsgevangenschap. Hun symptomen waren ernstiger dan oud-strijders uit diezelfde periode die niet gevangen waren gezet. Het meest opvallende kenmerk van mensen met PTSS is vervlakking.

Als slachtoffers geen ander doel hebben dan overleven, wordt vervlakking een vorm van aanpassing. 
Deze heeft betrekking op ieder aspect van het leven. 
(relaties, gedachten, herinneringen, emoties, waarneming). 
In gevangenschap is het functioneel, maar eenmaal in vrijheid belemmert het een slachtoffer om zijn/haar leven weer op te kunnen pakken.


 Gevangenen raken zeer bedreven in de kunst van bewustzijn verandering. Door dissociatie (is een geestesgesteldheid waarin bepaalde gedachten, emoties, waarnemingen of herinneringen buiten het bewustzijn worden geplaatst, tijdelijk niet 'oproepbaar' zijn of minder samenhang vertonen). Als een persoon in een ernstig bedreigende situatie komt, niet kan vluchten of vechten, dan kan de menselijke geest zich tijdelijk onttrekken aan de realiteit die onacceptabel is. 

 Bij herinneringen aan ernstige gebeurtenissen jaren later, kan ook dissociatie optreden, het even 'weg' zijn om te voorkomen dat men het herinnert. Er is geen naam voor dit complexe aan manoeuvres. Orwells definitie: dubbeldenken (het vermogen om er gelijktijdig twee tegenstrijdige opvattingen op na te houden en ze beide te aanvaarden), komt er nog het dichts bij. Vaak wordt het verkeerd gediagnosticeerd en spreekt men van psychose of zelfs van meervoudige persoonlijkheid (in een apart deel zal nog aandacht besteed worden hieraan).

 Tijdens langdurige perioden van opsluiting en/of isolement weten sommige slachtoffers trance-vermogens te ontwikkelen. Het vermogen om positieve en negatieve hallucinaties op te roepen en om delen van de persoonlijkheid af te spitsen. Ze ontwikkelen vaak ook het talent om naar believen hun gedachten in te perken en te onderdrukken, met name gedachten over de toekomst, omdat dat intense gevoelens van verlangen en hoop hen te makkelijk ten prooi laat vallen aan teleurstelling en wanhoop. Daarom richten zij zich op uiterst beperkte doelen. Ook veranderingen in tijdsbesef kunnen optreden. Met het uitwissen van toekomst, wordt ook het verleden uitgewist.


Toen ik jaren later zelf bezig was met mijn verwerking van mijn trauma’s, ontdekte ik dat er vele momenten zijn geweest waar ik ieder besef van tijd ben kwijtgeraakt tijdens mijn verblijf in de instelling. 

Ik heb dat toen beleeft als was ik in shock, naderhand noemde ik het zwarte gaten. 

Het maakte dat ik mij gedesoriënteerd voelde. 



 Zo begreep ik niet dat andere kinderen mijn naam wisten, terwijl ik dacht net te zijn binnengekomen en alles voor mij vreemd en nieuw was. Ook weet ik nog dat ik veel moeite deed om de dagen van de week te oefenen. (dus gewoon telkens herhalen; maandag, dinsdag, woensdag) Ik was bang dat ik de volgorde van de dagen zou vergeten.


Verdringing, een vergeten geschiedenis,

herbeleving en weer terugkeren in de 'normale' wereld


 Het chronische trauma van de gevangenschap kan niet worden geïntegreerd in het lopende levensverhaal van de betrokkene. Vele slachtoffers hebben nooit verteld wat zij hebben meegemaakt of dat ze gevangen gezeten hebben. Ook in studies over overlevende van concentratiekampen wordt steeds opgemerkt dat de betrokkenen weigeren over het verleden te praten. 

 Bij mensen die als kind misbruikt zijn of andere trauma’s hebben is het vaak geen weigering, doch het zich werkelijk niet meer kunnen herinneren. Zoals ik eerder al beschreef in een vergeten geschiedenis. Maar hoe meer de periode van het trauma wordt verloochend, hoe meer dit losgekoppelde fragment van het verleden een levend iets blijft.

 Vervlakking van het vermogen om actief betrokken te zijn wordt vaak beschreven als passief of hulpeloos (aangeleerde hulpeloosheid). Ten onrechte toegepast op met name mishandelde vrouwen. Zulke beelden roepen een beeld van een apathisch slachtoffer op die de moed heeft opgegeven. In werkelijkheid vindt meestal een levendige en complexe strijd plaats. Ze heeft het niet opgegeven maar geleerd dat elke activiteit wordt gadegeslagen, dat de meeste activiteiten worden gedwarsboomd en dat ze voor een mislukking zwaar moet boeten. Als de dader erin is geslaagd haar te onderwerpen, zal ze elke vorm van eigen initiatief beschouwen als een daad van rebellie.

 Het gevoel dat de dader nog altijd aanwezig is, ook na de bevrijding, duidt op een ingrijpende verandering in het relatiepatroon van het slachtoffer. Politieke gevangenen blijven geheel in beslag genomen door de misdadige carrière van hun bewakers, vaak obsessief of in meer abstracte vorm maken zij zich extreem zorgen over de krachten van het kwaad in de wereld.





Bij slachtoffers van seksueel en/of huiselijk geweld en voormalig sekteleden is er vaak een meer onduidelijke en onzekere vorm; 
het slachtoffer is nog steeds bang voor de dader en vreest uiteindelijk gevonden te worden, 
maar voelt zich zonder hem ook leeg, 
verward en niets waard.







Het leven weer oppakken


 Nadat het slachtoffer is ontsnapt kunnen relaties zoals die vóór de gevangenschap bestonden niet zomaar worden hervat. De visie op alle relaties is inmiddels gekleurd door de extreme ervaringen. 

 Bij elke ontmoeting wordt het basisvertrouwen op de proef gesteld. Voor de vrijgelatene was er maar één verhaal; het verhaal van de doorstane gruwelen. Er is maar een beperkt aantal rollen: men kan een dader zijn, een passieve getuige, een medestander of een redder. In iedere nieuwe of oude relatie wordt de ander benaderd met de onuitgesproken vraag: aan wiens kant sta je? De grootse verachting van het slachtoffer geldt vaak niet de dader, maar de passieve toeschouwer.

 Dit is een kenmerkend gegeven in mijn eigen leven en zeer actueel. De Commissie Samson die misbruik van minderjarigen die onder toezicht van de overheid geplaatst waren in instellingen onderzoekt. Dat ik misbruikt ben door groepsleiders en de psychiater/directeur van de Heldringstichtingen te Zetten, toen ik dertien jaar was en gedwongen opgenomen, is één ding. 

 Dat er zulke “zieke, monsterlijke” mensen bestaat, daar kan ik mee leven. Maar dat de kinderbescherming, de politie, de hulpverlening, het bestuur van de stichting, de politiek deze kinderen in de kou heeft laten staan, nog laat staan, nooit geluisterd heeft naar hun verhalen, ondanks diverse acties en zwartboeken, blijft voor mij het meest onaanvaardbare. 

 De dader had nog een belang bij zijn daden, maar waarom zijn er mensen die hen het hand boven het hoofd houden? Waarom worden deze kinderen zo in de steek gelaten? Omdat men bang is zijn/haar baan te verliezen?

 Ik vecht nog steeds om erkenning en een eerlijke benadering en behandeling, zoals ook de lotgenoten van de Commissie Deetman, die misbruik in de kerk moet onderzoeken. Elke dag weer moet ik erg opletten niet weer teveel meegezogen te worden in dit negatieve denken, en woede en beseffen dat het obsessief is en dat ik daarmee alleen maar als moeilijk en lastig wordt ervaren door mijn omgeving.


Wie ben ik?


 Langdurige gevangenschap leidt ook tot ingrijpende veranderingen in de identiteit van het slachtoffer. Psychische structuren van het zelf - het beeld van het eigen lichaam, de beelden van de anderen, de waarden en idealen die aan de persoonlijkheid een zekere samenhang en doelgerichtheid verlenen zijn overmeesterd en systematisch afgebroken.


 Het slachtoffer krijgt zijn identiteit van voor het trauma nooit meer terug.

 In zeer ernstige gevallen behoudt het slachtoffer de ontmenselijkte identiteit van een gevangene en is teruggebracht tot het niveau van een robot, dier of plant. 

PTSS symptomen van hyper-activering en dwangmatig handelen gaan gepaard met vegetatieve symptomen wat resulteert in slapeloosheid, nachtmerries en psychosomatische klachten. 




 Dissociatie vermengt zich met concentratieproblemen van een depressie. Initiatiefloosheid gecombineerd met apathie en hulpeloosheid. Een negatief zelfbeeld geeft voedsel aan schuldgevoelens, kenmerkend voor een depressie. Verlies van geloof en de wanhoop, maken de depressie compleet. 

 En dan is er nog de intense woede van het slachtoffer dat tot een verergering van de depressie leidt. Vaak is die woede opgekropt, omdat die niet kan worden geuit naar de dader en degene die zich van haar/zijn lot niets hebben aangetrokken en haar/hem niet te hulp zijn gekomen. Tot een woede uitbarsting komen, jaren later, heeft dan weer tot gevolg dat het slachtoffer zich nog meer vervreemd en het relaties in het heden bemoeilijkt. Deze woede richt zich dan ook regelmatig naar binnen, wat resulteert in hoge aantallen zelfverminking, moord, zelfmoord of pogingen daartoe. (automutilatie)

 Als laatste wil ik aangeven dat juiste hulp ontbreekt. Het complex aan problemen ziend, waar slachtoffers van langdurig geweld mee te kampen krijgen, zou een snelle, zorgvuldige behandeling heel veel schade kunnen beperken. Daarom ook bestaat gelukkig het boek uit twee gedeelten; Trauma én herstel. (de eerste 6 hoofdstukken gaan over het trauma en posttrauma, hoofdstukken 7 tot en met 11 over herstel). Vond het toch even nodig dit nog te melden, omdat het zware kost is. Heb het zelf ingedeeld als delen. 

 Zelfhulp vind ik nog altijd de beste methode om mijzelf te herstellen en weer een leefbaar leven te krijgen.



Reacties

Populaire posts van deze blog

Deel 2

Deel 3

Deel 24