Deel 19

Herinnering en rouw 


 De tweede herstelfase is één van reconstructie. Volledig, grondig en tot in details vertelt de overlevende het verhaal. Gewone herinneringen zijn onderdeel van je levensverhaal, maken deel uit van het leven. 

Bij traumatische herinneringen ligt dat anders. Ze zijn statisch en woordeloos. 
Vaak zitten zij vol herhalingen en stereotiepe. Het verhaal (de herinneringen) ontwikkelt en verandert niet in de loop der tijd en onthult niet hoe de betrokkene zich voelt of de gebeurtenissen interpreteert.



Sommige hulpverleners vergelijken het met een reeks foto’s of een stomme film. 


Pas in de therapie sessies moet de tekst en muziek erbij geleverd worden.



 Het therapeutische grondprincipe; de overlevende weer macht laten krijgen, 
geldt ook in deze herstelfase. De overlevende moet zelf de gruwelijkheden uit het verleden onder ogen zien. De hulpverlener is daarbij de getuige en bondgenoot. De reconstructie van het trauma vraagt moed, van beide. 

 De behoefte van veiligheid moet constant worden afgewogen met de noodzaak van de confrontatie met het verleden. Beide moeten leren manoeuvreren tussen vermijding van het trauma of er dwangmatig op richten. Regelmatig moeten overlevende en hulpverlener evalueren en samen tempo en timing bepalen. 

 Tijdens deze reconstructie moet de patiënt er rekening mee houden dat haar verdere leven op een laag pitje komt. Het is namelijk een ambitieuze onderneming. Gelijktijdig je huis verbouwen of een studie doen, zijn onverenigbaar en leiden tot stilstand in het proces. Een zekere verdraagzaamheid, dus een acceptatie dat je ziek bent, is nodig om het de juiste tijd, ruimte en plaats te geven. Geen andere zaak/persoon mag op dit moment van de herstelfase prioriteit hebben.


Hier wijk ik even af van het boek van Judith. 

Er volgt een voorbeeld, uit eerste hand (zie ook deel 15 plus);


In mijn gezin, dat bestond uit partner en twee tieners zoon (17 en 18 jaar), deed zich de situatie voor dat mijn herinneringen op ruwe wijze naar boven kwamen. Er was geen enkele ruimte om daar wat mee te kunnen en ik was totaal overdonderd. Dat ik er wat mee moest was mij echter maar al te duidelijk. De beelden drongen zich aan mij op. Ik kon niet eten, slapen en was voortdurend van streek. Geen goede situatie voor mij, of ons gezin. Gelukkig had ik een eigen inkomen omdat ik al jaren daarvoor was afgekeurd.


Ik besloot op kamers te gaan, een klein kamertje, 
zodat ik ons gezin niet tot last zou zijn (want dat was ik) en om de dingen voor mijzelf op een rijtje te zetten. 

Dit is natuurlijk niet een besluit dat je zomaar neemt, maar wij zagen geen andere oplossing. 






Hulp van buitenaf had ik niet, al had ik mij wel aangemeld voor psychotherapie, maar dat was afgewezen, omdat ik niet stabiel genoeg was en te oud om opgenomen te worden.

Na een paar weken voelde ik mij redelijk thuis op mijn kamertje, al was het natuurlijk wel even slikken. In eerste instantie voelde het als een afgang, als tien stappen terugdoen. Toen ik mij daarbij had neergelegd, keerde de rust een beetje terug en zag ik er de voordelen van. Met mijn partner heb ik voorzichtig een begin gemaakt om te praten over wat er aan herinneringen naar boven kwamen. De herinneringen waren nieuw, omdat ik ze heel diep had weggestopt. Maar eenmaal op gang, kon ik nauwelijks stoppen.

In overleg hebben wij de afspraak gemaakt om drie dagen achtereen te ‘werken’. Dit hield in dat ik vertelde wat mij was overkomen en hij luisterde. Hierover hebben we hele duidelijke afspraken moeten maken. In het begin wilde hij nog wel eens een vraag stellen en dan was ik helemaal van slag. Het verstoorde te zeer. Ook had ik veel tijd nodig om uiteindelijk bij die diep weggestopte gruwelijkheden te komen, dat duurde in het begin wel twee uur. Ik omschrijf het als het afdalen in de beerput. Het terug omhoog klimmen duurde evenredig lang. 

Al die tijd was ik overgevoelig, uiterst prikkelbaar en ontzettend kwetsbaar.
Gezien dat het zo lang duurde wilden wij de tijd, beneden in die put, zo lang mogelijk maken. Vandaar dat wij dit dagen achter elkaar deden. De andere vier dagen in de week, ging hij terug naar onze zoons en konden we beide bijkomen. Ik deed dan boodschappen, ruimde mijn kamer op en bereidde mij voor op de volgende marathon. Hij kwam bij, leidde zich wat af en zorgde voor de zoons. In hulpverleningstermen is dit natuurlijk ondenkbaar en zeker dwangmatig. Dat was het ook. Meestal duurde onze sessies acht uur, maar het heeft geholpen. Er was zo veel en ik was zo beschadigt.

Weten is nog geen voelen.

 Herinneringen zonder de bijbehorende emoties hebben bijna nooit enige uitwerking. De patiënt moet dus niet alleen wat er gebeurde reconstrueren, maar ook de gevoelens die daarbij hoorden. Dit houdt in dat je in feite de dingen gevoelsmatig herbeleefd. Een veilige verankering in het heden is dus noodzakelijk om alle hevige emoties van het verleden opnieuw te ervaren. 

(Te denken dus, dat dit zou kunnen in een geestelijk gezondheidsstelsel als het onze is ondenkbaar)

 Het dwingt een mens om theoloog, filosoof en jurist te worden. Onpeilbare vragen uiteindelijk zoals het 'Waarom' en 'Waarom ik?', tarten het fundamentele geloof van de mens in een rechtvaardige of zelfs maar voorspelbare wereld. Morele kwesties van schuld en verantwoordelijkheid dienen zich aan, zoals ook het opnieuw opbouwen van een geloofssysteem. Ten slotte volstaat het niet om het bij denken te laten. Om het onrecht te herstellen zijn ook daden nodig.

In mijn eigen woorden zeg ik dat het ons tevens dwingt om creatief te zijn, van het bestaande pad af te wijken en te doen wat onszelf goeddunkt, zoals ik hierboven beschreef. Natuurlijk heb ik andere methodes geprobeerd, zoals gesprekken met een therapeut en ambulante zorg via een ziekenhuis in Woerden. Eerst heb ik hard gevochten om toch een uur de tijd te krijgen, maar ten eerste kwam ik nooit tot de kern en schampte het alleen de oppervlakte en ten tweede stond ik dus, na dat uur, totaal onbeschermd buiten en moest nog met de trein. 




Het is menig maal voorgekomen dat ik teleurgesteld en verward heb overwogen een eind aan mijn leven te maken, het spoor was immers heel nabij. 

Dit werd zo prominent dat ik met de therapie gestopt ben. 






Toen ik nadien de manier van werken met mijn partner had ontdekt, begreep ik, dat ik na zo'n sessie, zo kwetsbaar was, dat ik niet naar buiten moest gaan, puur uit zelfbehoud. 

Eigenlijk gebeurd er dus iets raars, terwijl ik zulk een behoefte had aan hulpverlening, deze eerder verder van mij afdreef en mij nog machtelozer deed voelen, dan dat het mij wist te sterken. Doordat ik verkeerd werd voorgelicht, men totaal geen rekening hield met de gevolgen van trauma en ptss, wist ik niets beters dan maar weer te denken, dat het aan mij lag en de lat nog hoger te leggen en mijn eigenwaarde daalde evenredig. Dat alles kreeg ik dubbel en dwars terug toen ik zelf de touwtjes in handen nam.

Naast dat ik eindelijk tot de kern wist te komen en begrip kreeg voor mijn eigen handelen en hoe ik mij voelde, ontstond er ook het gevoel van macht. Eindelijk was ik weer de baas over mijzelf en mijn gevoelens omdat ik zelf kon bepalen wat voor mij het beste voelde. Ik zorgde dat ik eten en drinken genoeg in huis had en eiste niet meer het onmogelijke. 



Reacties

Populaire posts van deze blog

Deel 2

Deel 3

Deel 24